Biobrandstofblends zijn duurzame mengsels van fossiele brandstoffen met hernieuwbare biobrandstoffen, zoals bio-ethanol voor benzine en biodiesel voor diesel. Dit artikel neemt je mee langs de meest voorkomende blends, van E5 tot B100, en legt uit wat ze zijn, waar ze voor worden gebruikt en welke voordelen ze bieden.
Euro95 is een van de meest voorkomende benzinesoorten aan de pomp in Nederland en veel andere Europese landen. Traditioneel verwijst Euro95 naar een standaardbenzine met een octaangetal van 95. Dit octaangetal geeft aan hoe goed de brandstof bestand is tegen kloppen (ongewenste spontane verbranding). Dankzij de introductie van biobrandstoffen wordt Euro95 echter vaak aangeduid als E5, omdat het maximaal 5% bio-ethanol bevat. Deze toevoeging van bio-ethanol helpt de CO2-uitstoot te verlagen zonder significante aanpassingen aan de motor van voertuigen.
E5 benzine bevat 5% bio-ethanol en 95% fossiele benzine. Het is geschikt voor de meeste benzinevoertuigen en biedt een lagere CO2-uitstoot dan pure fossiele benzine. Bio-ethanol wordt gewonnen uit hernieuwbare bronnen zoals suikerriet, mais en tarwe, waardoor het gebruik van E5 bijdraagt aan een lagere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd zorgt het lage bio-ethanolgehalte ervoor dat E5 compatibel blijft met oudere voertuigen die mogelijk niet geschikt zijn voor hogere ethanolblends.
Voor voertuigen die compatibel zijn met hogere ethanolgehaltes, is er E10, een blend met 10% bio-ethanol. E10 is inmiddels de standaardbenzine in veel Europese landen en biedt een iets grotere reductie van de CO2-uitstoot dan E5. Deze brandstof is geschikt voor de meeste moderne voertuigen, maar oudere modellen moeten worden gecontroleerd op compatibiliteit, omdat hogere ethanolgehaltes de motor en brandstofsystemen kunnen aantasten.
Voor flex-fuel voertuigen bestaat E85, dat 85% bio-ethanol bevat en zeer geschikt is voor duurzame mobiliteit. E85 biedt aanzienlijke emissiereducties omdat het grootste deel van de brandstof afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Flex-fuel voertuigen zijn speciaal ontworpen om probleemloos te kunnen schakelen tussen pure benzine en E85, wat de flexibiliteit voor de gebruiker vergroot. In Brazilië, in Frankrijk en in Scandinavische landen is E85 bij veel tankstations te koop. In Nederland niet.
De standaard diesel die in Europa wordt verkocht mag maximaal 7 procent FAME bevatten en is aan de pomp herkenbaar aan de term B7 (diesel met 7% biodiesel (FAME) en 93% fossiele diesel. Biodiesel in deze blend wordt geproduceerd uit plantaardige oliën, afvaloliën of dierlijke vetten. B7 is compatibel met vrijwel alle dieselvoertuigen en verlaagt de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van pure fossiele diesel. Voor voertuigen die hogere biodieselgehaltes aankunnen, is er B10, met 10% biodiesel. Dit biedt een verdere verlaging van de CO2-uitstoot, maar vereist dat voertuigen zijn goedgekeurd voor deze blend. Klik hier voor een Engelstalige lijst van voertuigen die geschikt zijn om op B10 of hogere aandelen biodiesel te rijden.
Voor toepassingen waar reductie van broeikasgassen een prioriteit is, zoals openbaar vervoer, landbouw en zwaar transport, zijn er blends met hogere biodieselpercentages: B20, B30, B50 en B100. B20, met 20% biodiesel, biedt een hogere emissiereductie, terwijl B30 tot B50 vooral wordt gebruikt in zwaar transport en industriële toepassingen. Deze hogere blends verlagen niet alleen de CO2-uitstoot, maar verminderen ook andere schadelijke emissies zoals fijnstof en koolmonoxide. B100, de meest duurzame optie, bestaat uit pure biodiesel zonder fossiele component. B100 wordt gebruikt in voertuigen met motoren die geschikt zijn om op dit type brandstof te rijden.
Hydrotreated Vegetable Oil is biodiesel geproduceerd op basis van plantaardige oliën, afvaloliën of dierlijke vetten. HVO is chemisch identiek aan fossiele diesel. HVO kan in elke verhouding worden gemengd met fossiele diesel.