Klimaat- en energieminister Jetten heeft eind april 2023 extra maatregelen aangekondigd om de klimaatdoelen te halen en de groene economie van de toekomst te versterken. Een van de voorstellen is om het gebruik van biobrandstoffen in het wegverkeer te verhogen met 20 Peta joule (PJ). Dit gebeurt door een geleidelijke verhoging van de jaarverplichting hernieuwbare energie voor vervoer. De door het Uitvoeringsoverleg (UO) Mobiliteit voorgestelde 50 PJ is door de regering terzijde geschoven. Dat is een gemiste kans, die de energietransitie wederom naar achteren schuift. Omdat biodiesel FAME de hoogste bijdrage aan emissiereductie oplevert per door de consument betaalde euro, is het de meest kosteneffectieve klimaatmaatregel die de regering kan nemen.
Te langzaam
De jaarverplichting hernieuwbare energie voor vervoer kan ingevuld worden met duurzame biobrandstoffen, hernieuwbare synthetische brandstoffen, hernieuwbare elektriciteit en additioneel hernieuwbare waterstof. Op dit moment gebruikt de transportsector nog 88 procent fossiele brandstoffen, met een flinke broeikasgasemissie tot gevolg. De voorgestelde beperkte verhoging van de jaarverplichting leidt er helaas toe dat CO2-emissiereductie te langzaam zal gaan waardoor na 2030 strengere maatregelen nodig zullen zijn om de klimaatdoelen in 2050 te kunnen halen.
Versnellen
En dat is onnodig. Op dit moment kunnen we met ambitieuze en bindende doelstellingen meer bereiken. De klimaatproblematiek vraagt om maatregelen die bijdragen aan de introductie en opschaling van alle duurzame energiedragers in mobiliteit. Het gebruik hiervan moet versneld worden opgeschaald. Een voorbeeld van een maatregel die op korte termijn kan worden ingevoerd is de ophoging van de jaarverplichting hernieuwbare energie. Biobrandstoffen zijn de meest kosteneffectieve manier om CO2-emissie te reduceren. Alle andere maatregelen, waaronder de maatregelen waarvoor wel is gekozen, kosten simpelweg meer geld. Bovendien is nog de vraag is of ze tijdig en in voldoende mate beschikbaar zijn.
Mogelijkheden
Elektrisch vervoer en biodiesel zijn vooral complementair. Elektrisch vervoer is met name geschikt voor personenwagens en lichte vrachtwagens. Terwijl biodiesel geschikt is voor zwaar wegvervoer, waar elektriciteit onvoldoende kracht biedt en waterstof op de korte termijn nog te duur is met een beperkte beschikbaarheid. Vooral met de toepassing van biodiesel in het zwaar wegtransport kan binnen de gestelde randvoorwaarden en kosteneffectief CO2-emissiereductie worden behaald. Ervaringen in andere landen laten zien dat een hogere bijdrage via B10 in het wegverkeer in het algemeen, en B20/B30 in het zwaar wegtransport, technisch mogelijk is.
Voorop lopen
Specifiek voor duurzame biobrandstoffen is het opbouwen van een voorsprong in Europa essentieel om het toekomstig, duurzame verdienvermogen van Nederland te versterken. Juist in de samenwerking tussen chemie en de internationale bunkersector liggen er kansen voor duurzame producten, circulaire productieprocessen en innovatieve, klimaatvriendelijke toepassingen.
Accijnsdifferentiatie
De Energy Taxation Directive (ETD) biedt aanknopingspunten om met hulp van accijnsdifferentiatie de steun voor het opschalen van hernieuwbare energie in vervoer te versnellen zonder dat dit de schatkist geld kost. We moeten én kunnen nu actie ondernemen om klimaatverandering tegen te gaan. Het B+ Manifesto laat zien dat de biobrandstoffensector er klaar voor is.
Frank Bergmans, beleidsmedewerker duurzame ontwikkeling MVO