De Europese Unie heeft bepaald dat het gebruik van voedselgewassen voor biobrandstoffen niet meer dan 7% mag zijn. Vanaf 2021 moeten lidstaten een maximum invoeren dat gelijk is aan de hoeveelheid biobrandstoffen van voedselgewassen die in 2020 in die lidstaat op de markt is gebracht, mits dit minder is dan 7%. Lidstaten waar minder of niets op de markt is gebracht mogen het maximum op 2% stellen.
RED
Dit alles is geregeld in de Europese Richtlijn voor Hernieuwbare energie (RED). Hierin is bepaald dat minimaal 10% van de energie in de transportsector uit een hernieuwbare bron moet komen, bijvoorbeeld uit biomassa. In 2030 moet dat aandeel zijn gestegen tot 14%. Het is technisch mogelijk om op 100% biobrandstoffen te rijden. Maar momenteel worden biobrandstoffen gemengd met fossiele brandstoffen. Dat wordt bijmenging genoemd.
Palmolie
De Europese Commissie heeft onderzocht van welke grondstoffen de wereldwijde groei (niet alleen door biobrandstoffen) tot een verandering in landgebruik (bijvoorbeeld ontbossing) leidt. De Commissie concludeert dat dit momenteel alleen voor palmolie het geval is dat daarmee een hoog risico op indirecte verandering in landgebruik heeft.
Het gebruik van grondstoffen met een hoog risico op indirecte verandering in landgebruik, mag niet groeien ten opzichte van de bijmenging in 2019. Tussen 2023 en 2030 moet het gebruik hiervan zelfs volledig worden afgebouwd. Na 2030 mogen alleen nog grondstoffen worden gebruikt waarvan is aangetoond dat deze niet tot indirecte verandering in landgebruik leiden.
Het gebruik van biobrandstoffen op basis van palmolie mag vanaf 2021 niet meer bedragen dan in elke lidstaat in 2019 op de markt werd gebracht. Na 2023 moet de palmolie die een hoog risico heeft op uitbreiding van het landbouwareaal op een heel andere plaats in het wereldlandbouwsysteem, worden afgebouwd. Palmolie waarvan wordt aangetoond dat het een laag risico op indirect landgebruik heeft mag wel worden verkocht als onderdeel van het aandeel voedselgewassen.